stervensepifanie: laatste woorden
Nu heb ik het gevonden, het vliegwiel van de drift,
de drijfkracht van de verlokking, het bodemloze rif.
Kijk ik heb het gevonden, de afgehongerde stier,
uitgelokt en vastgebonden, dampend als een onvoltooid rijm.
Nu kan ik het zien, de macht van de beslissing,
het contract met de honden, de voortdurende vergissing,
straalbezopen beklonken met een wurgende verlenging.
Achter deuren, in een kamer, op een stoel,
aan een tafel aangegaan met een godverdomde spiegel.
Nu kan ik het horen, de echo’s van m’n gezang,
de reflectie van m’n verbeelding, de herhaling op een repetitieve cadans.
Nu kan ik het zien, de reusachtige vlakte van stilte,
fractalen losgeslagen en de roestige apocalyps.
Kijk ik heb het gevonden, de ragfijne vertaling
van de trillingen uit het donker naar de boertige misverstanden.
De catastrofale verwarring en de grijzend gouden tanden
in de nek van de verliezer, oog in oog met een vriendelijke dode.
Oog in oog met een vriendelijke dode.
Nu kan ik het zien, de donkerblauwe troost,
de ontsnapping van m’n gedachten, de wachters aan de poort
Zie ik heb het gevonden, het mimespel van de tijd,
het einde van elke seconde, de verstuiving van mijn lijf.
De verstuiving van het vuur, de verachting van mijn zorgen.
Kijk ik heb het gevonden, het feest van het vergaan elke avond, elke morgen.
De verstuiving van het vuur, de verachting van mijn zorgen.
Kijk ik heb het gevonden, het feest van het vergaan elke avond, elke morgen.
Bevelschrift
nestel u
veranker u
verklink u in de grond
vereenzaam en
vermagert u
verander wat er stond
herover u
herneem uzelf
hernoem u naar een held
herinner u nooit meer
wat er werd verteld
(over de liefde)
breek uzelf
in honderd stukken
schik ze één voor één
de arm bij de arm
het been bij het been
bekijk uzelf
bereik uzelf
betast uw binnenkant
niks dan dood vlees
bloed, bot en stank
sta stil
wil van alles
gooi van alles weg
vergeet de reden
om uzelf te klasseren bij de rest
u bent een rare murmeling
van dwaze schikgodinnen
bekijk uw dikke teen
het is een magische machine
uwen blote staat te dansen
zonder wodka, god of sport
op een gigantisch groot verteringsstelsel
met als bestemming stof
en voel
met uw vel
het bevel
om te blijven kloppen
nestel u
veranker u
verklink u in de grond
vernoem uzelf op banken
en in vers gelegd beton
beschrijf uzelf
bekijk uzelf
belees uw binnenkant
niks dan dood vlees
bloed, bot en stank
Heu?
Onbedoeld ondergesneeuwd met heldere verwarring
ploegt een mager, kreupel woord de velden rond het oor.
Alleen van lichte sprekers kent het hoofd het verhaal.
Dit woord bestaat uit stenen, pikdorsers en loeiend staal.
Dichtgelast,
vastgeklonken,
omgesmolten,
verankerd in de vlucht
beschrijft het hoe zij vervliegt met heliumballonnenstippen in de lucht.
Kielhaal de verstekeling, klampend aan het vlot.
Smoor het gnoomgekrijs met het ruisen van het sop.
Hoor het brullen bruisen. Open vragen lossen op.
Ik maak jou licht en zwaar en licht en zwaar en licht en zwaar in een zich herhalend, nooit voltooid gebaar.
Dichtgelast,
vastgeklonken,
omgesmolten,
verankerd in de vlucht
beschrijft het hoe zij vervliegt met heliumballonnenstippen in de lucht.
Alleen maar benen
Alleen maar sneeuw,
alleen maar aanzoeken van sneeuw
smelten in de stilte,
de rode stilte op haar mond.
Alleen maar beeld,
alleen maar rustige verbeelding
ze laat haar ogen van het doek,
ze geeft maar half wat men zoekt.
Alleen maar goud,
alleen maar goud is goed genoeg
en het ritme van een hartslag
dat geschikt is voor een danspas,
een danspas van haar benen.
Alleen benen heeft ze nodig.
Al de rest is overbodig
oor een opgemerkt bestaan.
Alleen maar benen.
Allen maar benen heeft ze nodig.
Al de rest is overbodig.
Al de rest is fake blond, books and romantics.
Dimitri Verboven, de actuele Boeddha
De blinde muren staan te zingen,
een melodie aan Brussel-Noord op afgebleekte slotakkoorden
Dit lijkt de tijd noch ruimte voor een zelfbenoemde koning als hij.
In eb en vloed van pendelaars, gestokte vluchtelingen,
vernevelde gedachten van groepen enkelingen staat
Dimintri Verboven, de actuele boeddha.
Er wordt geluisterd naar zijn monotoon gefluister en dat maakt hem licht.
Dimi voelt zich nuttig
en bij uitbreiding gelukkig.
De verstilling van een zondag, daar moet men niet aan raken.
O, die pragmatische vertaling van de rust van de herhaling.
Leugenaars zijn dieven, dieven van de orde.
De waarheid zal in golven aan zijn vurige tong ontvallen.
In vergaderingen, spreadsheets en mailings naar de massa predikt
Dimitri Verboven, de actuele boeddha.
Er wordt geluisterd naar zijn monotoon gefluister en dat maakt hem licht.
Dimi kent het geheim
een goede kanttekening te zijn.
Zijn pensionering is verzekerd.
Zijn kosten zijn vergoed.
Met bureaucratische verlichting,
langs het confuciaanse pad,
geroutineerde discipline en
integer burgerschap oordeelt
Dimitri Verboven zij die leven en de doden.
Er wordt geluisterd naar zijn monotoon gefluister en dat maakt hem licht.
Aan de rechterhand
van de almachtige heiland
verdwijnt hij zonder spijt in het nirwana van de welvaartmaatschappij.
verdwijnt hij zonder spijt in het nirwana van de welvaartmaatschappij.
verdwijnt hij zonder spijt in het nirwana van de welvaartmaatschappij.
Ongemanierd gedrag
Ongemanierd gedrag,
krijg het maar niet afgeleerd.
De dieren in de lucht ze zien me op de vlucht voor mezelf keer op keer.
Hoor de duiven fluisteren:
‘Zie die arme aap daar staan,
starend naar de lucht, verlangend naar een vlucht en gedoemd om te voet te gaan.’
Doe niet wat niet mag.
Herhaal dat elke dag.
Doe niet wat niet mag.
Ik heb het vast van m’n vader,
een foutje in ons DNA.
Ik weet wel hoe het moet. Het gaat wel even goed. Maar dan komt er daarna
ongemanierd gedrag.
Ik krijg het maar niet afgeleerd.
M’n leven is een klucht. Zie me op de vlucht voor mezelf keer op keer.
Organen die normaal niet praten
nemen dan acuut het woord.
Dat geeft dan normen die vervagen, vertrapte lange tenen en gewetensnood.
Alles verloopt normaal.
Alles verloopt normaal.
tot er een barst in mijn fatsoen opdoemt en ik herval tot ongemanierd gedrag
Klefheid met volharing,
taboedoorbrekend dialoog,
de kunst der irritatie,
we houden het azijnpeil hoog.
En als de uren van vermaak voorbij zijn en er enkel eenzaamheid nog rest,
verschijnt er schuldgevoel diep in mijn hart.
Vergeef mijn kwade daden en mijn ongemanierd gedrag.
Ik krijg het maar niet afgeleerd
Ik krijg het maar niet afgeleerd
De dieren in de lucht, ze zien me op de vlucht voor mezelf keer op keer
Doe niet wat niet mag.
Herhaal dat elke dag.
Doe niet wat niet mag.
Kleur mij in
Kleur mij in als de spiegeling verbleekt.
Neem me in je oudste armen. Dek met toe met raadsels
en antwoorden in hout op reusachtige rivieren.
Laat ze daar te water. Laat ze daar.
Kleur mij in als de spiegeling verbleekt.
Onbestemde harlekijnen
staan te dralen op één been.
Ze zoeken naar de rand,
ontsprongen aan de twijfel overzee.
Kleur mij in als de spiegeling verbleekt.
Neem me in je oudste armen. Dek met toe met raadsels
en antwoorden in hout op reusachtige rivieren.
Laat ze daar te water. Laat ze daar.
Kleur mij in als de spiegeling verbleekt.
